Statuten en Reglementen 2020

Artikel 1                     Naam, zetel en duur

  1. De vereniging draagt de naam: Volkstuinvereniging Noordhey, die in de Statuten en reglementen verder wordt aangeduid met: de vereniging.
  2. De vereniging heeft haar zetel te Leidschendam-Voorburg
  3. De vereniging is opgericht op 28 april 1976 en is nadien aangegaan voor onbepaalde tijd.
  4. De vereniging is lid van het Algemeen Verbond van Volkstuinders Verenigingen in Nederland (het AVVN).
  5. De vereniging is ingeschreven onder nummer 40407574 in het Handelsregister, dat gehouden wordt door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te ‘s-Gravenhage.

 

Artikel 2                     Doel en uitgangspunten

  1. De vereniging stelt zich ten doel de bevordering van het tuinieren en voorts het verrichten van al hetgeen daaruit voortvloeit, daartoe bevorderlijk kan zijn, dan wel daarmee mede verband houdt.
  2. De vereniging tracht dit doel te bereiken door onder andere,
    1. het verkrijgen van grond voor het stichten van volkstuinen ten behoeve van de leden;
    2. het verkrijgen en beheren van volkstuinen met een blijvend karakter;
    3. het behartigen van de belangen van de leden;
    4. het bevorderen van tuinieren als ontspanning;
    5. het bevorderen in de ruimste zin van het woord van kennis van het milieu, flora en fauna in het algemeen en het kweken van bomen, bloemen, planten, groenten en fruit in het bijzonder;
    6. het propageren en stimuleren van een zo milieu- en natuurvriendelijk gebruik van het tuinenpark en de tuinen;
  3. De vereniging hanteert voor het realiseren van haar doel de volgende uitgangspunten:
  1. Het lid aanvaardt dat op het tuinenpark als algemeen uitgangspunt wordt gehanteerd, dat het leden de mogelijkheid biedt om het tuinieren te beoefenen en om door gezamenlijke inspanning het tuinenpark te onderhouden, een en ander op zodanige wijze dat een respectvolle omgang met anderen op het tuinenpark plaatsvindt. Het lid zal zich tegenover leden en derden op het tuinenpark gedragen op de wijze zoals van een redelijk (het verstand) en billijk (het gevoel) handelend lid telkens in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht.
  2. Het is niet in overeenstemming met het uitgangspunt om het tuinenpark en de ter beschikking gestelde tuin te zien als een camping, een speeltuin of een toeristische attractie met het op die locaties gebruikelijke gedrag. Daarentegen is het wel in overeenstemming met het uitgangspunt om actief deel te nemen aan de sociale activiteiten op het tuinenpark en aan de gemeenschappelijke verplichtingen, waaronder met name, maar niet uitsluitend, het algemeen werk.
  3. Een lid gedraagt zich met betrekking tot een tuin als een goed huisvader. Het lid gaat zorgzaam om met de hem ter beschikking gestelde tuin, met zijn bouwsels en beplantingen. 
  4. Het lid en degenen die bij hem op bezoek zijn gedragen zich op het tuinenpark zodanig dat zij ten opzichte van andere leden en hun bezoekers geen overlast, in welke zin dan ook, bezorgen. Het lid en zijn bezoekers gedragen zich naar de omgangsnormen, zoals deze door zijn verenigingsvergadering zijn vastgesteld en door zijn bestuur worden gecontroleerd.

Het in strijd handelen met de uitgangspunten levert een overtreding op en kan worden bestraft. Het in strijd handelen met de uitgangspunten kan tevens voor het bestuur aanleiding vormen ordemaatregelen te nemen om de orde en veiligheid op het tuinenpark te waarborgen.

 

Artikel 3                     Organisatie

  1. De vereniging kent een bestuur, dat leidinggeeft aan de vereniging en verantwoording aflegt aan de Algemene vergadering.
  2. De vereniging kan commissies instellen. Een commissie legt verantwoording af aan het orgaan dat haar heeft ingesteld.
  3. Organen van de vereniging zijn de Algemene vergadering, het bestuur alsmede die personen en commissies die op grond van de Statuten door de Algemene vergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend.
  4. Een benoeming voor elke functie in de vereniging geschiedt voor een periode van vier (4) jaren. Na afloop van deze benoemingsperiode kunnen personen voor telkens eenzelfde periode in de betrokken functie worden herbenoemd.

 

Artikel 4                     Leden

  1. Leden dienen meerderjarig te zijn en een vaste woon- of verblijfplaats in de regio Haaglanden te hebben.
  2. Toelating tot het lidmaatschap is alleen mogelijk als door de vereniging voor de duur van het lidmaatschap aan degene die tot het lidmaatschap wordt toegelaten een tuin ter beschikking wordt gesteld. Een lid kan slechts één tuin in gebruik krijgen en per tuin kan slechts één lid worden toegelaten.
  3. Het bestuur beslist niet eerder over het verzoek tot toelating dan nadat onder meer:
  1. gebleken is, en de betrokkene dat zo nodig heeft aangetoond, dat op het zelfde woonadres (postcode met huisnummer en - voor zover van toepassing - etagenummer of appartementsnummer) geen partner, die reeds lid is van de vereniging, woonachtig is;
  2. de betrokkene heeft aangetoond woonachtig te zijn in de regio Haaglanden.
  3. de betrokkene een geldig, op zijn naam gesteld legitimatiebewijs heeft getoond.
  1. Het bestuur kan definitieve toelating van de betrokkene onder andere weigeren:
  1. indien het lidmaatschap van de betrokkene eerder door de vereniging is geweigerd of door opzegging of royement is beëindigd;
  2. indien de betrokkene of diens familieleden, partners en bezoekers voordien tot problemen op een tuinenpark aanleiding hebben gegeven;
  3. indien op grond van mededelingen van het bestuur of uit anderszins verkregen inlichtingen te verwachten is dat de betrokkene zich niet zal houden aan de Statuten en reglementen of zich niet zal gedragen zoals van een goed volkstuinder mag worden verwacht.
  1. De wijze van toelating wordt nader geregeld in het Algemeen reglement.
  2. Het bestuur houdt een ledenregister bij. In dit register worden alleen die gegevens bijgehouden welke voor het realiseren van het doel van de vereniging noodzakelijk zijn.

De volgende gegevens worden bij een inschrijving vastgelegd om identiteit en leeftijd van het lid te kunnen verifieren en om met het lid te kunnen communiceren:

De voor en achternaam van het lid;

Het complete woon- en eventueel postadres van het lid;

Het telefoonnummer van het lid;

Indien beschikbaar het emailadres van het lid;

De geboortedatum van het lid.

  1. Een lid kiest voor de duur van zijn lidmaatschap en voor aangelegenheden die na beëindiging van het lidmaatschap nog moeten worden afgewikkeld, woonplaats op het door het lid aan de vereniging opgegeven woonadres van het lid, alsmede voor de duur van het lidmaatschap op de aan het lid ter beschikking gestelde tuin.
  2. De vereniging kent voorts partners, ouders, kinderen en aspiranten die geen lid zijn van de vereniging. De ouders van een lid of van de partner en de kinderen van een lid of van de partner kunnen tevens aspirant zijn. Zij hebben geen andere rechten dan hen in de Statuten of in een reglement is toegekend.

 

Artikel 5                     Rechten en plichten

  1. Leden van de vereniging zijn verplicht:
    1. de Statuten, reglementen en besluiten van organen van de vereniging na te leven;
    2. de belangen van de vereniging niet te schaden;
    3. de door de overheid ter zake van het gebruik van tuinen aan de vereniging gegeven voorschriften en/of aanwijzingen na te leven;
    4. alle overige verplichtingen welke de vereniging in naam van haar leden aangaat, of welke uit het lidmaatschap van de vereniging voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.       
  2. De Algemene vergadering is bevoegd aan de leden verplichtingen van financiële en andere aard op te leggen, en om ten behoeve van de leden verbintenissen aan te gaan, waaronder mede begrepen het op de leden van toepassing doen verklaren van de Statuten, reglementen. In de door het lid aan de vereniging verschuldigde contributie zijn begrepen alle op zijn tuin rustende lasten, waaronder door de vereniging aan derden (waaronder de overheid en het AVVN) verschuldigde bedragen. De Algemene vergadering stelt vast op welke wijze de lasten van de vereniging over de leden worden omgeslagen.
  3. De vereniging kan, ten behoeve van de leden rechten bedingen. Tot deze verplichtingen horen onder meer het aanvaarden en nakomen van verplichtingen welke de vereniging is aangegaan met de overheid en andere instanties. Tenzij een lid zich hiertegen verzet kan, kan de vereniging ten behoeve van een lid nakoming van die rechten een schadevergoeding vorderen. De vereniging kan bovendien ten laste van de leden verplichtingen aangaan.
  4. Behalve in deze Statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement of bij besluit van een orgaan.
  5. Leden, hun bezoekers en in artikel 4 lid 8 genoemde personen zijn onthouden zich tegenover bestuurs- en andere kaderleden, andere leden en bezoekers van het tuinenpark van elke vorm van gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non verbale en/of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door het andere lid, die het ondergaat, als ongewenst of gedwongen dan wel als discriminerend of racistisch wordt ervaren. Leden onthouden zich tevens van verbaal en fysiek geweld en/of van bedreigingen.  Leden zijn verantwoordelijk voor het gedrag van hun gezins- en familieleden en andere gasten hun tuin bezoeken.
  6. De leden zijn verplicht:
    1. desgevraagd op eerste verzoek volledige en juiste inlichtingen en opgaven te verstrekken aan het bestuur;
    2. al die verplichtingen op zich te nemen c.q. al die werkzaamheden in de vereniging te verrichten, die door het bestuur of de Algemene vergadering aan de leden zijn opgedragen;
    3. de aanwijzingen van het bestuur stipt op te volgen;
    4. om zich bij activiteiten van de vereniging behoorlijk te gedragen en mede te helpen bij het handhaven van de orde.
  7. Een lid is verplicht de door de algemene vergadering vastgestelde waarborgsom te voldoen. Per tuin wordt één waarborgsom geheven. Over de waarborgsom wordt geen rente vergoed. De waarborgsom kan worden benut ter verrekening van door het lid niet nagekomen verplichtingen. Indien geen verrekening plaatsvindt, wordt de waarborgsom na beëindiging van het lidmaatschap aan het lid terugbetaald.
  8. Indien een lid niet tijdig aan een financiële verplichting voldoet, is hij vanaf de vervaldatum in verzuim en aan de vereniging de wettelijke rente verschuldigd. Indien hij na een nieuw gestelde termijn nog niet volledig aan zijn financiële verplichting heeft voldaan, is hij voorts de buitengerechtelijke kosten verschuldigd indien de vereniging rechtsbijstand heeft ingeroepen. Tevens is de vereniging gerechtigd het lidmaatschap conform het gestelde in artikel 7 lid 4 op te zeggen.

 

Artikel 6                     Rechten en verplichtingen met betrekking tot de tuin

  1. Het bestuur stelt een lid voor de duur van zijn lidmaatschap een volkstuin ter beschikking en bepaalt welke tuin. Het lid aanvaardt die tuin in de staat waarin deze verkeert. Het lid is bevoegd de volkstuin overeenkomstig zijn bestemming voor de duur van het lidmaatschap te gebruiken, zulks met inachtneming van het hiertoe in de Statuten en/of reglementen bepaalde.
  2. Het bestuur kan een lid toestaan om - na vooraf verkregen schriftelijke toestemming van het bestuur - op de aan het lid in gebruik gegeven volkstuin een tuinhuis en andere bouwsels te plaatsen en beplanting aan te brengen, welke naar aard, omvang en gebruik moeten voldoen aan eisen die hieraan in de Statuten en/of reglementen zijn gesteld. Tevens kan een termijn worden gesteld waarbinnen het bouwsel dient te zijn gerealiseerd. Een bouwsel mag niet aard en nagelvast met de grond worden verbonden en dient demontabel van aard te zijn. In het Bouwreglement staat de procedure beschreven voor het aanvragen van een vergunning voor de bouw van schuren, tuinhuisjes en kassen.
  3. Een lid is verplicht zijn bouwsels en beplantingen in volle eigendom te bezitten. Het lid is niet bevoegd om zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het bestuur zijn bouwsels en/of beplantingen aan een ander lid of een derde te verkopen, te verhuren of ter beschikking te stellen, dan wel om de bouwsels en of beplantingen aan een derde in zekerheid over te dragen.
  4. Het lid geeft ter voldoening van wat hij op grond van zijn lidmaatschap aan de vereniging verschuldigd is zijn (toekomstige) bouwsels en beplantingen tot meerdere zekerheid aan de vereniging in zekerheid. Het lid verleent door aanvaarding van zijn lidmaatschap aan de vereniging een onherroepelijke machtiging om tot verkoop of verwijdering van bouwsels en beplantingen over te gaan. Die onherroepelijke machtiging geldt wanneer hij niet (geheel) aan zijn verplichtingen tegenover de vereniging voldoet, of wanneer hij bij beëindiging van zijn lidmaatschap de hem ter beschikking gestelde volkstuin niet aan de vereniging ter beschikking stelt. Het lid machtigt de vereniging tevens onherroepelijk om in het voorkomende geval de opbrengst van zijn bouwsels en beplantingen te verrekenen met wat het lid aan de vereniging verschuldigd is of zal zijn. Het lid machtigt de vereniging voorts onherroepelijk om in een voorkomend geval zijn tuin en bouwsels te betreden om uitvoering te geven aan het in dit artikel bepaalde. Is de opbrengst van zijn bouwsels en beplantingen niet voldoende, dan is het lid gehouden binnen veertien dagen na de verkoop van zijn bouwsels en beplantingen het restantbedrag aan de vereniging te voldoen.
  5. Het lid machtigt het bestuur onherroepelijk om in een voorkomend geval zijn tuin en bouwsels te betreden om uitvoering te geven aan het in dit artikel bepaalde.

a.          Uitsluitend met voorafgaande toestemming van het bestuur is een lid gerechtigd om bij beëindiging van zijn lidmaatschap zijn bouwsels en beplantingen aan een ander lid of een toe te laten lid te verkopen, dit met inachtneming van het in dit lid en in het Tuinreglement hierover bepaalde.

b.          Indien geen verkoop of overdracht van bouwsels en beplantingen heeft plaatsgevonden, dient het lid op de datum van beëindiging van zijn lidmaatschap zijn tuin overeenkomstig de aanwijzingen van het bestuur op te leveren. In het uiterste geval kan het bestuur het lid aangeven dat zijn tuin als “zwarte grond” dient te worden opgeleverd.

                                                                                                                                                                                       Blijft hij hiermede na een hem gestelde termijn in gebreke, dan wordt de tuin voor rekening van het lid in de door het bestuur vereiste staat gebracht. In dat geval wordt het lid geacht onherroepelijk afstand te hebben gedaan van zijn eigendommen. De kosten van de ontruiming, de kosten van de opslag en de contributie of gebruiksvergoeding tot en met de datum van de gehele ontruiming komen voor rekening van het lid.

c.          Ingeval van royement of opzegging door de vereniging bepaalt het bestuur de datum waarop aan het in dit artikel bepaalde dient te zijn voldaan. Het lid is verplicht op die datum zijn tuin te hebben ontruimd.

6.          Tenzij het lid door het bestuur tijdelijk dispensatie is verleend, is een lid voor de duur van zijn lidmaatschap verplicht op het grondgebied aan hem opgedragen werkzaamheden, het zogenaamde algemeen werk, te verrichten, welke werkzaamheden ten goede komen aan het tuinenpark en/of activiteiten van die vereniging. Het algemeen werk heeft niet betrekking op de aan het lid ter beschikking gestelde tuin. Het bestuur kan ten behoeve van het algemeen werk een rooster opstellen. Tenzij het lid met het bestuur anders is overeengekomen, is het lid verplicht het algemeen werk te verrichten op de in het rooster vermelde data en tijden. Een en ander wordt nader uitgewerkt in het Tuinreglement. Leden van het bestuur en van eventueel in te stellen commissies zijn vrijgesteld van algemeen werk                                   

7.          Het lid is verplicht zijn volkstuin, bouwsels en beplantingen goed te onderhouden en in goede staat te houden, onkruid te verwijderen, zijn grond niet te vervuilen, schadelijke effecten voor het milieu te vermijden en alleen de op de Advieslijst van het AVVN vermelde bestrijdingsmiddelen en/of gewasbeschermingsmiddelen en/of biocide en/of meststoffen te gebruiken.

8.          Het niet voldoen aan het bepaalde in de leden 6 en 7 levert een overtreding op. Het bij herhaling niet voldoen aan bedoelde verplichting vormt voor de vereniging een grond om het lidmaatschap door opzegging te beëindigen. Deze bevoegdheid komt het bestuur toe.

  1. De duur waarvoor de volkstuin ter beschikking wordt gesteld, eindigt op de datum waarop het lidmaatschap eindigt. Het lid is verplicht om op die datum de hem ter beschikking gestelde volkstuin ten genoege van het bestuur in goede staat en met inachtneming van het hieromtrent in de reglementen bepaalde op eerste verzoek weer aan de vereniging ter beschikking te stellen.

 

Artikel 7                     Einde lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap eindigt door de dood alsmede door opzegging of door ontzetting (royement).
  2. Het lid zegt zijn lidmaatschap schriftelijk op bij het bestuur met in achtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken. Tenzij het lidmaatschap in één van de in dit lid genoemde gevallen met onmiddellijke ingang kan worden opgezegd, eindigt het lidmaatschap op de in lid 5 bedoelde datum. Een lid kan het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat:
    1. hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, dan wel tot fusie of splitsing van vereniging;
    2. hem een besluit is bekend geworden of medegedeeld waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, in welk geval het besluit door de opzegging niet op hem van toepassing is. Het lidmaatschap kan niet worden opgezegd wanneer het een wijziging van rechten en verplichtingen betreft die nauwkeurig zijn omschreven of wanneer een verplichting van geldelijke aard wordt gewijzigd.

In andere gevallen kan een lid het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang door opzegging beëindigen, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren

3.          In samenhang met het bepaalde in lid 2 geldt dat een lid alleen dan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging kan beëindigen, indien hij de hem ter beschikking gestelde tuin conform de aanwijzingen van het bestuur oplevert. In alle andere gevallen eindigt, ook al is rechtsgeldig opgezegd, het lidmaatschap niet eerder dan nadat de ter beschikking gestelde tuin aan een ander lid ter beschikking is gesteld. In dit geval eindigt het lidmaatschap in ieder geval aan het einde van het boekjaar volgend op het boekjaar waarin het lidmaatschap is opgezegd.

4.          Het opzeggen van het lidmaatschap door de vereniging geschiedt schriftelijk door het bestuur. Opzegging door de vereniging kan geschieden wanneer:

  1. het lid in strijd handelt met de Statuten, een reglement of met een besluit;
  1. het lid niet voldoet aan de vereisten die de Statuten aan het lidmaatschap stellen;
  2. het lid zijn (financiële) verplichtingen niet of niet tijdig nakomt, waaronder - doch niet uitsluitend - de plichten, zoals vermeld in de artikelen 5 en 6. Van het niet nakomen van de financiële verplichtingen is sprake indien op één november met betrekking tot het lopende boekjaar nog gelden van het lid tegoed heeft;
  3. de belangen van de vereniging en/of van een ander lid schaadt;
  4. op hetzelfde woonadres van het lid, zoals bedoeld in artikel 4 lid 4.a., een ander, eerder ingeschreven lid woonachtig is;
  5. van het lid geen vaste woon- en verblijfplaats bij de vereniging bekend is;
  6. het lid zijn bouwsels en/of beplantingen niet of onvoldoende onderhoudt of aan het bestuur geen toegang verleent tot zijn tuin.

Opzegging door de vereniging kan op ieder moment geschieden. Tegen een opzegging door de vereniging staat geen beroep open. Voorts kan het bestuur het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging doen beëindigen indien redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren. Het lid kan binnen 10 dagen na ontvangst van de opzegging schriftelijk aan het bestuur zijn zienswijze kenbaar maken. Het bestuur zal op basis van de zienswijze een definitief besluit nemen.

  1. Heeft geen opzegging tegen het einde van het boekjaar dan wel met onmiddellijke ingang plaatsgevonden, dan kan het lidmaatschap door opzegging worden beëindigd op de datum waarop de aan het lid ter beschikking gestelde tuin aan een ander lid ter beschikking is gesteld of wanneer een lid zijn tuin geheel ontruimd en als schone tuingrond oplevert. Het bestuur stelt in alle in dit lid bedoelde gevallen de datum vast, waarop het lidmaatschap eindigt. Zolang het lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt het lid zijn rechten en moet hij zijn verplichtingen nakomen.
  2. De wijze waarop het lidmaatschap door opzegging kan worden beëindigd, wordt geregeld in het Algemeen reglement.
  3. Het lidmaatschap eindigt voorts door ontzetting (royement) wanneer een lid in strijd handelt met de Statuten, reglementen of besluiten van de vereniging of wanneer het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.  De ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door een besluit van het bestuur. Het besluit tot royement wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen een week na het besluit, per aangetekende brief met bericht van ontvangst aan het lid meegedeeld. Het lid kan binnen één maand na ontvangst van het besluit tot ontzetting in beroep gaan bij de algemene vergadering, welk beroep schriftelijk moet worden ingesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het lid kan alsdan geen van de aan het lidmaatschap verbonden rechten uitoefenen, zulks met uitzondering van het recht zich tegen het besluit te verdedigen. Tijdens de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid gehouden alle uit het lidmaatschap voortvloeiende verplichtingen na te komen.
  4. Behalve in geval van overlijden en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid, zolang het lid niet heeft voldaan aan het bepaalde in lid 3, het lid niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen, of zolang een aangelegenheid waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf hieronder begrepen. Het bestuur stelt in deze laatste gevallen de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.

 

 

Artikel 8                     Geschillenbeslechting

1.          Het in dit artikel bedoelde bindend advies of bemiddeling is van toepassing op alle leden van vereniging.

2.          In geval van een overtreding van de Statuten, van een reglement en/of van een besluit is er sprake van een overtreding en is het bepaalde in het artikel 7 van toepassing.

3.          Bij onderlinge conflictsituaties stellen leden op eigen initiatief alles in het werk om die geschillen zelf op te lossen. De verantwoordelijkheid ligt bij de leden en niet bij de vereniging.

4.          Het bestuur heeft een inspanningsverplichting om onderlinge geschillen en geschillen met betrekking tot bestuursbesluiten en/of andere bestuurshandelingen in overleg met de direct betrokken leden op te lossen, zulks uiteraard binnen het kader van de geldende Statuten en reglementen.

5.          De algemene vergadering kan jaarlijks een geschillencommissie benoemen, bestaande uit drie leden en tenminste één plaatsvervangend lid.

6.          Indien de in artikel 8, lid 2, bedoelde inspanning vruchteloos blijkt, kunnen de direct betrokken leden hun conflict voorleggen aan deze geschillencommissie.

De commissie toetst of de inspanning van het bestuur voldoende is geweest en kan alternatieve mogelijkheden onder de aandacht van het bestuur brengen, zulks uiteraard eveneens binnen het kader van de geldende Statuten en reglementen.

Het bestuur neemt een besluit, met inachtneming van een eventueel uitgebracht advies.

7.          De geschillencommissie regelt na benoeming zelf haar werkwijze en brengt jaarlijks rapport uit aan de algemene vergadering.

8.          Geschillen tussen leden onderling, leden en een orgaan van de vereniging niet zijnde de algemene vergadering of organen van de vereniging, niet zijnde de algemene vergadering, onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de vereniging worden naar keuze van betrokken beslecht door:

a.   bindend advies volgens het Reglement Conflictbeslechting van het AVVN;

b.   bemiddeling volgens het Reglement Conflictbeslechting van het AVVN.

9.          Indien volgens een lid zich een geschil voordoet, komt hij met de andere betrokkene(n) tot overeenstemming over een in lid 3 vermelde wijze van geschillenbeslechting. Betrokkenen doen hiervan schriftelijk mededeling aan het bestuur van het AVVN die het geschil in behandeling neemt met inachtneming van het toepasselijke reglement. De toepasselijkheid van het genoemde reglement van het AVVN gelden voor de leden als een verplichting die uit het lidmaatschap van de vereniging voortvloeit. De leden die bij het geschil zijn betrokken verklaren uitdrukkelijk het toepasselijke reglement van het AVVN op hen van toepassing en verklaren bedoeld reglement na te leven en zich daarbij te richten naar de aanwijzingen die door het bestuur van het AVVN of de met onderscheidenlijk bindend advies of bemiddeling belaste personen aan hen worden gegeven.

10.        Geschillen tussen de vereniging en een lid kunnen alleen aan bemiddeling, zoals bedoeld in lid 8 onder b. worden onderworpen, voor zover geen inbreuk wordt gemaakt op de wet, de Statuten, een reglement of op een besluit van een orgaan van de vereniging.

11.        Het in lid 8 genoemde reglement wordt vastgesteld en gewijzigd door het AVVN. Een wijziging in een in lid 3 genoemd reglement treedt in werking op de datum die is bepaald door het daartoe bevoegde orgaan van het AVVN.

 

 

Artikel 9                     Bestuur

  1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie natuurlijke personen. De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast.
  2. De leden van het bestuur worden benoemd uit de leden, alsmede uit niet-leden, met dien verstande dat het aantal niet-leden niet meer dan de helft mag zijn van het aantal bestuursleden.
  3. Het bestuur kent een voorzitter, secretaris en penningmeester en overige bestuursleden. 
  4. De leden van het bestuur worden door de algemene vergadering benoemd. De voorzitter wordt door de algemene vergadering in functie benoemd.
  5. Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de financiële controlecommissie. Evenmin is het lidmaatschap van het bestuur verenigbaar met het zijn van werknemer van de vereniging. Personen die een gemeenschappelijke huishouding voeren, kunnen niet tegelijkertijd in het bestuur zitting hebben.
  6. Het bestuur of ten minste 4 leden kunnen schriftelijk kandidaten stellen tot uiterlijk twee dagen vóór de datum waarop de betreffende algemene vergadering wordt gehouden.
  7. Indien de benoeming in functie geschiedt, geschiedt ook de kandidaatstelling in functie. 
  8. Op de benoeming van leden van het bestuur is het bepaalde in artikel 3 lid 4 van toepassing.
  9. Bestuursleden treden in functie de dag na hun benoeming en treden af aan het eind van de dag van de algemene vergadering, waarin de duur van hun benoeming eindigt of waarin zij aftreden. 
  10. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op. In een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk tijdens de eerstvolgende algemene vergadering voorzien.
  11. Het bestuur blijft bevoegd indien het aantal bestuursleden beneden het aantal genoemd in lid 1 is gedaald. Indien het aantal bestuursleden onder de drie is gedaald is het bestuur verplicht zo spoedig mogelijk een algemene ledenvergadering te beleggen waarin de voorziening in de vacature(s) op de agenda staat.
  12. Na de benoeming van bestuursleden worden de functies verdeeld en de taken van ieder bestuurslid vastgesteld, waarvan mededeling wordt gedaan aan de leden. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer leden van het bestuur behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen hiervan af te wenden.
  13. Een lid van het bestuur kan, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing kan worden opgelegd voor ten hoogste drie maanden. Behalve wanneer de schorsing eindigt door een besluit tot ontslag of bedanken, eindigt de schorsing door tijdsverloop of eerder door een besluit tot opheffing van de schorsing. De algemene vergadering neemt haar besluit niet eerder dan nadat het desbetreffende bestuurslid door de algemene vergadering is gehoord, althans hiertoe in de gelegenheid is gesteld.
  14. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door overlijden, ontslag, bedanken, door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming. Voorts eindigt het lidmaatschap van het bestuur indien het bestuurslid wordt benoemd in een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van het bestuur.

 

Artikel 10                   Dagelijks bestuur en voorzitter

  1. Indien het bestuur uit meer dan zes personen bestaat, kan het uit zijn midden een dagelijks bestuur benoemen van ten minste drie personen, zijnde in ieder geval de voorzitter, secretaris en penningmeester.
  2. De taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur worden door het bestuur vastgesteld.
  3. Het dagelijks bestuur doet tijdens vergaderingen van het bestuur verslag van zijn werkzaamheden.
  4. De voorzitter heeft de algemene leiding van de vereniging. Hij is bij officiële vertegenwoordiging van de vereniging de woordvoerder, tenzij hij deze taak aan een ander heeft opgedragen.
  5. De voorzitter wordt ingeval van verhindering, vervangen door een vicevoorzitter of bij verhindering van deze laatste door een door het bestuur aan te wijzen bestuurslid.


Artikel 11                   Taken en bevoegdheden bestuur

  1. Tenzij de Statuten anders bepalen, is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. 
  2. Het  bestuur heeft meer in het bijzonder, doch niet uitsluitend als taak en bevoegdheid:
  1. toe te zien op het naleven van de Statuten, reglementen en besluiten van de vereniging;
  2. het aangaan van overeenkomsten met leveranciers en andere overeenkomsten met een collectief karakter; 
  3. het verlenen van goedkeuring op de door leden ingediende bouwtekeningen voor bouwsels;
  4. het aangaan van grondhuurovereenkomsten ten behoeve van de vereniging;
  5. het openen, wijzigen en opheffen van bankrekeningen ten behoeve van het  bestuur;
  6. het overleg met de gemeente;
  7. het aanvragen van subsidies voor verenigingsactiviteiten;
  8. het aangaan van collectieve verzekeringen ten behoeve van de vereniging en de leden;
  9. het nakomen van de zorgplicht voor veiligheid en gezondheid van de leden en het nakomen van de Arbovoorschriften;
  10. het vertegenwoordigen van de vereniging bij de overheid en andere organisaties.
  11. Het nemen van andere maatregelen die in het belang zijn van de vereniging
  1. Het bestuur is bevoegd taken en bevoegdheden te mandateren aan een eventueel ingesteld dagelijks bestuur.
  2. Het bestuur kan voorts met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak doen uitvoeren door commissies die door het bestuur zijn benoemd. Bovendien is het bestuur bevoegd - al dan niet tegen betaling ­werkzaamheden aan derden op te dragen. 
  3. Indien het aantal bestuursleden beneden het aantal van drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht op de eerstvolgende algemene vergadering de vacature(s) te agenderen.
  4. Het bestuur is, na voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Het vorenstaande is niet van toepassing op het in gebruik geven van tuinen of op het verpachten van opstallen van de vereniging.
  5. Het bestuur is niet bevoegd beslissingen te nemen, waarvan de financiële verplichtingen de voor dat boekjaar vastgestelde begroting in totaal met meer dan 10% van de begroting van dat boekjaar overschrijden.

 

 

Artikel 12                   Vertegenwoordiging

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging.
  2. De vereniging wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur.  
  3. Voor alle betalingen zijn de handtekeningen van twee leden van het bestuur vereist.
  4. Het bestuur of twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur kunnen een ander bestuurslid of een derde schriftelijk machtigen om de vereniging te vertegenwoordigen in de gevallen en onder de voorwaarden die uit de verstrekte volmacht blijken.
  5. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur en van de gezamenlijk handelende bestuursleden kan niet worden beperkt of aan voorwaarden worden gebonden. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een volmacht is verleend, kan in die volmacht naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden.
  6. Personen aan wie hetzij op grond van deze Statuten, hetzij krachtens volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de desbetreffende rechtshandeling is besloten. 

 

Artikel 13                   Commissies

  1. Het bestuur en de Algemene vergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
  2. Tenzij de samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie in de Statuten of een reglement is geregeld, worden deze bij besluit vastgesteld door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld. 
  3. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat haar heeft ingesteld.
  4. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat een commissie uit ten minste drie leden. De benoeming van commissieleden geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 lid 4. De leden van een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie verstrekte opdracht.
  5. Tenzij de leden van bedoelde commissie in functie zijn gekozen, benoemt elke commissie uit haar midden een voorzitter en een secretaris. 
  6. Leden van de financiële controlecommissie (kascommissie) kunnen geen lid zijn van het bestuur.

 

Artikel 14                   Boekhouding en financiën

  1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar. 
  2. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit: contributies, bijdragen, entree- en inschrijfgelden, heffingen, boetes, uitkeringen, donaties, subsidies, legaten en andere inkomsten. Erfenissen en legaten kunnen slechts worden aanvaard na een boedelbeschrijving. 
  3. De leden zijn gehouden tot betaling van de contributie en andere bijdragen die de algemene vergadering vaststelt. De algemene vergadering kan voor bepaalde groepen van leden een verschillende contributie en/of andere bijdragen vaststellen.
  4. Tenzij de algemene vergadering in enig jaar anders beslist, stelt het bestuur de contributie, de boetes en de heffingen vast.
  5. De algemene vergadering kan bepalen dat administratiekosten (boetes) en heffingen jaarlijks worden geïndexeerd, welke indexering geschiedt op basis van de Consumentenprijsindex.

 

Artikel 15                   Rekening en verantwoording

  1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze administratie te voeren en daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
  2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten op te maken en op papier te stellen. 
  3. Het bestuur brengt op een binnen zes maanden na het einde van het boekjaar te houden algemene vergadering een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de leden van het bestuur. Heeft een lid van het bestuur de stukken niet ondertekend, dan wordt hiervan onder opgave van de redenen melding gemaakt.
  4. De algemene vergadering kan de in lid 3 genoemde termijn verlengen met ten hoogste vijf maanden. Na afloop van de oorspronkelijke of de verlengde termijn kan ieder lid van de gezamenlijke leden van het bestuur in rechte vorderen dat zij hun verplichtingen nakomen.
  5. Het bestuur is verplicht jaarlijks de in lid 3 bedoelde stukken te doen onderzoeken door een door de financiële controlecommissie, die hiervan schriftelijk verslag uitbrengt aan het bestuur en aan de algemene vergadering.
  6. Goedkeuring door de Algemene vergadering van de balans en de staat van baten en lasten met toelichting gebeurt nadat is kennisgenomen van de bevindingen van de financiële controlecommissie. Goedkeuring strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen die uit die stukken blijken.
  7. De balans en de staat van baten en lasten met toelichting moeten op papier worden gesteld en bewaard. Indien de boekhouding computermatig wordt gevoerd, kunnen - met uitzondering van de op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten - de op een gegevensdrager aangebrachte gegevens op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard. Het overbrengen van de gegevens moet alsdan met juiste en volledige weergave van de gegevens geschieden, terwijl deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar moeten zijn en binnen redelijke tijd leesbaar moeten kunnen worden gemaakt. Het bestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende de daarvoor door de Wet vereiste termijn te bewaren.

 

Artikel 16                   Financiële controlecommissie

  1. De Algemene vergadering benoemt jaarlijks de financiële controlecommissie.
  2. De financiële controlecommissie onderzoekt de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit. Het bestuur is verplicht de commissie alle door haar gevraagde informatie te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.
  3. De commissie bestaat uit tenminste twee personen.

             Commissieleden mogen geen lid zijn van het bestuur. Zij worden gekozen door de algemene vergadering.

  1. Aan de commissie kunnen ten hoogste twee reserveleden, een eerste en een tweede reserve lid, worden toegevoegd; het in het vorige lid bepaalde is op hen van overeenkomstige toepassing.

             Bij tussentijdse eindiging van de functie van een commissielid neemt in eerste instantie het eerste reserve lid zijn plaats als vast lid van de commissie in en zal dan ook als zodanig volwaardig functioneren.

  1. Benoeming van de leden en reserveleden van de commissie geschiedt op niet-bindende voordracht van het bestuur of van ten minste 4 leden.
  2. Een lid van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen; ook ontslagname door de betrokkene is mogelijk.

             Een lid of reserve lid van de commissie kan worden geschorst indien hij in strijd handelt met de wet, Statuten of reglementen van de vereniging of indien hij het deugdelijk functioneren van de commissie op een ernstige wijze belemmert; schorsing geschiedt door het bestuur, uitsluitend op unaniem verzoek van de overige leden en reserveleden van de commissie; opheffing van de schorsing kan op gelijke wijze geschieden.

             De schorsing duurt uiterlijk tot de eerstvolgende algemene vergadering; gedurende de schorsing neemt het bij het schorsingsbesluit daartoe aangewezen reserve lid de plaats van het geschorste commissielid in.

  1. Nadere regelingen betreffende het functioneren van de commissie worden in het reglement opgenomen.

 

Artikel 17                   Algemene vergadering

  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of door de Statuten aan het bestuur of aan andere organen zijn opgedragen.
  2. De algemene vergadering bestaat uit alle leden van de vereniging.
  3. Een door het bestuur aangewezen persoon maakt notulen van het verhandelde in een algemene vergadering. De notulen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de volgende algemene vergadering en worden na goedkeuring ondertekend door de voorzitter en de secretaris. 
  1. De algemene vergadering benoemt jaarlijks één of meer afgevaardigden die de vereniging vertegenwoordigen in de algemene vergadering van het AVVN.

 

Artikel 18                   Bijeenroeping algemene vergadering

  1. Jaarlijks wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een algemene vergadering gehouden. De algemene vergadering wordt bij voorkeur gehouden in de gemeente waarin de vereniging haar zetel heeft.
  2. a.      De bijeenroeping gebeurt per brief of email aan de bij de vereniging bekende post- en emailadressen van de leden. De bijeenroeping kan per email uitsluitend aan die leden worden toegezonden, die middels de opgave van hun emailadres aan het bestuur daarvoor toestemming hebben gegeven. Publicatie op het mededelingenbord en de website hebben een aanvullend karakter.

             b.      De termijn van oproeping bedraagt tenminste vier weken, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. In bijzondere gevallen ‑ dit ter beoordeling van het bestuur ‑ kan deze termijn worden bekort.

  1. a.      Een buitengewone algemene vergadering wordt gehouden indien het bestuur dit nodig acht.

             b.      Voorts wordt een buitengewone algemene vergadering gehouden indien ten minste zoveel leden als bevoegd zijn tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering daarom verzoekt. Het verzoek bevat een opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting. Indien het bestuur niet binnen veertien dagen aan het verzoek gevolg heeft gegeven door binnen vier weken een algemene vergadering te doen houden, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeenroept of door het plaatsen van een advertentie in een veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de algemene vergadering en het opstellen van de notulen.

  1. Behalve in het in het vorige lid bedoelde geval, bepaalt het bestuur waar en wanneer algemene vergadering wordt gehouden.

 

Artikel 19                   Toegang Algemene vergadering

  1. Met uitzondering van geschorste leden, hebben alle leden toegang tot de Algemene vergadering. Het bestuur beslist of anderen dan de leden toegang hebben tot de Algemene vergadering. Voorts hebben toegang degenen die door het bestuur of door de Algemene vergadering zijn toegelaten.  Geschorste leden hebben uitsluitend toegang tot de Algemene vergadering tijdens de behandeling van het agendapunt dat hun schorsing betreft.
  2. Een Algemene vergadering gaat in een besloten zitting over indien de voorzitter, twee leden van het bestuur of vier leden dit wensen. Tot een besloten zitting hebben toegang: het bestuur, de leden en diegenen die door de Algemene vergadering daartoe worden toegelaten.
  3. De Algemene vergadering beslist in een besloten zitting of de redenen die tot het aanvragen van de besloten zitting hebben geleid voldoende zijn geweest.
  4. Over wat in een besloten zitting is behandeld kan geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.

 

Artikel 20                   Agenda

  1. De agenda van de Algemene vergadering wordt tegelijk met het bijeenroepen van de Algemene vergadering gepubliceerd en schriftelijk per brief of email ter kennis gebracht van de leden.
  2. De agenda van de Algemene vergadering bevat onder meer:

             a.      de vaststelling van de notulen van de vorige algemene vergadering;

             b.      het jaarverslag inclusief het beleid van het bestuur;

             c.      het financieel verslag van het bestuur over het afgelopen boekjaar;    

             d.      het verslag van de financiële controlecommissie;

             e.      het vaststellen van de balans en van de staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar;

             f.       het verlenen van decharge aan de leden van het bestuur;

             g.      het vaststellen van contributies, bijdragen en heffingen;               

             h.      het vaststellen van de begroting voor het komende boekjaar;

             i.       het benoemen van leden van het bestuur, van de commissies, van de financiële controlecommissie;

             j.       eventueel de vaststelling van wijzigingen in Statuten of reglementen;

   k.       rondvraag;

             l.       de (voorlopige) agenda voor de algemene vergadering van het AVVN;

             m.     de benoeming van afgevaardigden naar de algemene vergadering van het AVVN.

3.          Voorstellen voor de Algemene vergadering dienen uiterlijk twee weken voor de datum van de Algemene vergadering schriftelijk bij het bestuur te zijn ingediend.

  1. Amendementen dienen te zijn voorzien van een toelichting, uiterlijk één week vóór de dag van de algemene vergadering schriftelijk bij het bestuur zijn ingediend en voorzien van de namen, tuinnummers en handtekeningen van tenminste drie leden.
  2. Het bestuur kan amendementen en voorstellen voorzien van een preadvies.

 

Artikel 21                   Besluiten

  1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten die in de vereniging worden genomen. Lid 8 is alleen van toepassing op de besluitvorming in de algemene vergadering.
  2. De voorzitter, of diens plaatsvervanger, van een orgaan of van een commissie leidt de vergadering van dat orgaan of van die commissie. De Algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van het bestuur. De voorzitter stelt de orde van de vergadering vast, behoudens het recht van de vergadering hierin wijziging te brengen. De Algemene vergadering kan besluiten tot het aanstellen van een tijdelijk voorzitter, die gedurende zijn voorzitterschap alle bevoegdheden heeft die de voorzitter van het bestuur heeft tijdens het leiden van de vergadering heeft. 
  3. Tenzij in de Statuten of in een reglement anders is bepaald, worden besluiten in vergaderingen genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Ter bepaling van de meerderheid worden op de uitgebrachte stemmen eerst de ongeldige stemmen in mindering gebracht, waarna van het resterende aantal stemmen de vereiste meerderheid wordt bepaald. Onder een gewone meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de door stemgerechtigden uitgebrachte stemmen. 
  4. Ongeldige stemmen zijn stemmen uitgebracht door een geschorste stemgerechtigde en wanneer schriftelijk is gestemd voorts blanco stemmen en stemmen die een andere aanduiding bevatten dan voor de desbetreffende stemming noodzakelijk is.
  5. Tenzij in de Statuten anders is bepaald, brengt iedere stemgerechtigde in de desbetreffende vergadering één stem uit. Een stemgerechtigde kan één andere stemgerechtigde schriftelijk een volmacht verlenen om namens hem in een vergadering zijn stem uit te brengen. Een stemgerechtigde kan slechts door één andere stemgerechtigde worden gemachtigd.
  6. De stemming over personen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes, tenzij de desbetreffende vergadering bij acclamatie aangeeft dat men geen schriftelijke stemming nodig acht. De stemming over zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteken of bij acclamatie. 
  7. Indien bij een stemming over personen geen van de kandidaten bij de eerste stemming een gewone meerderheid behaalt, wordt een tweede stemming gehouden tussen de kandidaten die het hoogste respectievelijk het hoogste en het op één na hoogste aantal stemmen hebben behaald. Staken bij de tweede stemming de stemmen, dan wordt een derde stemming gehouden. Benoemd is die kandidaat die bij de tweede of de derde stemming de gewone meerderheid behaalt, of door loting na een derde stemming is aangewezen.
  8. Bij een schriftelijke stemming in de algemene vergadering benoemt de voorzitter een stembureau van drie leden, die geen lid van het bestuur mogen zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid van de uitgebrachte stemmen, vermeldt het aantal uitgebrachte ongeldige stemmen, berekent de uitslag en doet daarvan mededeling.
  9. Het door de voorzitter van een vergadering uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid hiervan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt of - wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde, een stemgerechtigde dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 
  10. Over alle voorstellen en voorstellen tot wijziging wordt in volgorde van indienen gestemd, tenzij naar het oordeel van de voorzitter een later ingediend voorstel een verder reikende strekking heeft dan een eerder ingediend voorstel en daardoor eerder dient te worden behandeld.
  11. Wanneer een voorstel tot wijziging is ingediend, komt dit eerst in stemming. Een voorstel tot wijziging van een geagendeerd onderwerp mag niet de strekking hebben het doel van het voorstel te wijzigen of aan te tasten, zulks ter uitsluitende beoordeling van de voorzitter.
  12. Indien voor het aannemen van een voorstel een gekwalificeerde meerderheid is vereist, geldt dezelfde meerderheid voor het aannemen van een voorstel tot wijziging van het voorstel. 

 

Artikel 22                   Communicatie

Alle mededelingen, waarvan de Statuten of reglementen publicatie voorschrijven of waarvan dit wenselijk wordt geacht, alsmede alle uitvoeringsbesluiten, worden ter kennis van de leden gebracht op de website van de vereniging of schriftelijk door een brief of email aan de leden op de mededelingenborden van de vereniging. De publicatie op de website en het mededelingenbord heeft een aanvullend karakter.

 

Artikel 23                   Reglementen en uitvoeringsbesluiten

  1. De Algemene vergadering stelt vast en wijzigt de volgende reglementen:
    1. de Statuten;
    2. het Huishoudelijk Reglement, waaronder vallen:
      • Algemeen Reglement;
      • Tuinreglement
      • Bouwreglement
    3. eventueel nader gewenste reglementen.
  2. Reglementen worden met een gewone meerderheid vastgesteld en gewijzigd door de Algemene vergadering.
  3. Nieuwe reglementen en wijzigingen in reglementen, alsmede uitvoeringsbesluiten treden in werking op de één en twintigste dag na de dag waarop de Algemene vergadering tot vaststelling of wijziging van het reglement heeft besloten. In de Statuten, in een reglement of bij besluit van de Algemene vergadering kan een andere datum van inwerkingtreden worden bepaald.
  4. Van iedere vaststelling of wijziging van de Statuten of een reglement wordt mededeling gedaan op de website onder vermelding van de datum van inwerkingtreding en met letterlijke weergave van de tekst van de aangenomen of gewijzigde bepaling(en). In plaats daarvan kan de mededeling ook worden gedaan door een brief aan de leden of door middel van een email aan die leden die met deze wijze van mededeling hebben ingestemd.
  5. In gevallen waarin de Statuten of een reglement niet voorzien, beslist het bestuur.
  6. In gevallen waarin bepalingen in de Statuten of in een reglement tot onduidelijkheid leiden over de uitleg daarvan beslist de Algemene vergadering in hoogste instantie. In gevallen waarin de Statuten of een reglement niet voorzien, beslist het bestuur.
  7. Het bestuur is bevoegd om in spoedeisende gevallen met een algemeen karakter, die een nadere regeling vereisen een uitvoeringsbesluit vast te stellen. Het uitvoeringsbesluit heeft de kracht van een reglement, is voor alle leden bindend vanaf de datum van bekendmaking en dient door de eerstvolgende Algemene vergadering te worden bekrachtigd, dan wel alsdan als bepaling in de Statuten of in een reglement te worden opgenomen. Een uitvoeringsbesluit mag niet in strijd zijn met de Statuten en reglementen. 
  8. Het in lid 7 bepaalde is niet van toepassing op uitvoeringsbesluiten van het bestuur waarin heffingen, bedragen of percentages, die voor bepaalde tijdsduur zullen gelden, worden vastgesteld.
  9. Ieder lid wordt geacht de Statuten, reglementen en (uitvoerings)besluiten te kennen. 

 

Artikel 24                   Statutenwijziging

  1. In de Statuten van de vereniging kan geen wijziging worden gebracht anders dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de Statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste vier weken. Deze oproep, waarin de voorgestelde Statutenwijziging volledig is opgenomen, moet worden toegezonden aan alle leden.
  2. Een besluit tot wijziging van de Statuten kan slechts door de algemene vergadering met ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen worden genomen. 
  1. Het bepaalde in de vorige leden is niet van toepassing indien in de Algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot Statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
  2. Een Statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder lid van het bestuur bevoegd.
  3. De leden van het bestuur zijn verplicht een afschrift van de wijziging en van de gewijzigde Statuten neer te leggen op het kantoor van het Handelsregister waarin de vereniging is ingeschreven.

 

Artikel 25                   Ontbinding en vereffening

  1. Een besluit tot ontbinding van de vereniging kan alleen worden genomen in een daartoe speciaal te houden Algemene vergadering. Het bepaalde in het vorige artikel is van overeenkomstige toepassing, zulks met uitzondering van het in lid 4 bepaalde.
  2. Indien de Algemene vergadering tot ontbinding van de vereniging heeft besloten, treden de bestuursleden als zodanig als vereffenaars op, tenzij de Algemene vergadering de vereffening aan een derde opdraagt.
  3. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de Statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, wordt aan de naam toegevoegd "in liquidatie".
  4. De Algemene vergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de vereniging zal bewaren gedurende zeven jaren na afloop van de vereffening. De Algemene vergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen. Is geen bewaarder aangewezen en is de laatste vereffenaar niet bereid te bewaren, dan kan de bevoegde kantonrechter op verzoek van een belanghebbende uit de leden een bewaarder aanwijzen.
  5. Bij besluit tot ontbinding beslist de Algemene vergadering welke bestemming aan het batig saldo wordt gegeven, nadat alle verplichtingen zijn vereffend. Deze bestemming dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij de doelstellingen van de vereniging.

.